Op deze pagina vindt u, in alfabetische volgorde, uitleg bij veelgebruikte termen op het gebied van Passend Onderwijs. Staat de informatie die u zoekt er niet bij? Kijk dan op de websites Rijksoverheid of Balans digitaal, of neem contact met ons op.
De adviseurs Passend Onderwijs behandelen (elk op hun eigen specialistische vlak) bij het ICOZ vragen van leerling, ouders en professionals over de begeleiding. Zij ondersteunen, adviseren leerling, ouders en school als aangegeven wordt dat extra ondersteuning niet toereikend lijkt.
Begeleiders Onderwijs en Zorg ondersteunen de scholen bij het signaleren van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften, verhelderen van de vraagstelling van docenten hoe te acteren op de onderwijsbehoeften in de klas en te adviseren, te begeleiden en te verbinden.
Het BOZ-team beschikt over diverse expertise. Zo is er expertise op het gebied van psychische problematiek, gedragsproblematiek, executieve vaardigheden, langdurig ziekte, lichamelijke handicap en cognitieve beperkingen
BOZ-ers zijn lid van het begeleidingsteam op schoolniveau. Zij kunnen worden ingezet voor klassen- of leerling observaties, zij formuleren pedagogische en didactische handelingsadviezen met betrekking tot de omgang met leerlingen, hebben coachingsgesprekken met docenten en bieden kortdurende, licht preventieve dan wel licht curatieve interventies op leerlingniveau.
Cluster 1 van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is bedoeld voor blinde en slechtziende leerlingen. De scholen van cluster 1 zijn geen onderdeel van het Samenwerkingsverband. Meer informatie
Cluster 2 van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is bedoeld voor kinderen met een communicatieve beperking (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen). De scholen van cluster 2 zijn geen onderdeel van het Samenwerkingsverband. Meer informatie
Cluster 3 van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is bedoeld voor langdurig zieke en gehandicapte leerlingen. De scholen van cluster 3 zijn onderdeel van het Samenwerkingsverband. Om te worden toegelaten tot een van deze scholen heeft een leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig.
De toelaatbaarheidscriteria voor het VSO kunt u hier downloaden.
Cluster 4 van het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is bedoeld voor leerlingen met ernstige psychische stoornissen en ernstige gedragsproblemen. De scholen van cluster 4 zijn onderdeel van het Samenwerkingsverband. Om te worden toegelaten tot een van deze scholen heeft een leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig.
De toelaatbaarheidscriteria voor het VSO kunt u hier downloaden.
Op iedere school van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs is een flexibel Zorg Advies Team aanwezig, het zogeheten ‘flex zat’. Als een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan vanuit de basisiondersteuning kan worden geboden, kan een leerling worden besproken in het flex zat. Hiervoor is toestemming van de betrokken leerling en ouders/verzorgers nodig. Het flex zat geeft advies en kan een hulpaanbod doen.
Het flex zat heeft een vaste samenstelling en bestaat uit de school zorg coördinator, de school maatschappelijk werker, begeleider onderwijs en zorg en medewerker jeugd- en gezinshulp. Aanvullend kunnen overige betrokkenen aansluiten, zoals de leerplichtambtenaar, jeugdverpleegkundige en schoolagent.
Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben om een vmbo-diploma te kunnen halen, is er het leerwegondersteunend onderwijs (Lwoo). Sommige scholen hebben aparte klassen voor leerlingen van leerwegondersteunend onderwijs. Op andere scholen zitten deze leerlingen in een reguliere vmbo-klas en krijgen ze extra individuele ondersteuning. Om voor leerwegondersteunend onderwijs in aanmerking te komen heeft een leerling een zogenoemde Aanwijzing LWOO nodig van het Samenwerkingsverband. Deze wordt aangevraagd door de school.
Bekijk hier het filmpje over de werkwijze.
Ieder samenwerkingsverband stelt een Ondersteuningsplan op. Daar staat in welke afspraken de scholen samen hebben gemaakt over de invulling van passend onderwijs in de regio. Bijvoorbeeld over het niveau van de basisondersteuning en de organisatie van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het Ondersteuningsplan van het Regionaal samenwerkingsverband passend voortgezet onderwijs Zoetermeer is hier te vinden.
De Ondersteuningsplanraad (OPR) is de medezeggenschapsraad van het Samenwerkingsverband. Heeft u ideeën en/of opmerkingen over passend onderwijs in Zoetermeer, dan kunt u daarmee bij de Ondersteuningsplanraad terecht. Deze kunt u mailen naar de Ondersteuningsplanraad. Klik hier voor meer informatie en contactgegevens.
Passend onderwijs is de manier waarop onderwijs aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het idee achter passend onderwijs is dat alle leerlingen een onderwijsplek moeten krijgen die past bij hun mogelijkheden. Ook als ze daarbij extra ondersteuning nodig hebben, zoals extra begeleiding op school, medische hulp, aangepast lesmateriaal of onderwijs op een speciale school. Scholen hebben daarbij zorgplicht. Kijk voor meer informatie over passend onderwijs op www.rijksoverheid.nl.
Praktijkonderwijs (PrO) is er voor leerlingen die wel een vak kunnen leren, maar voor wie, ook met extra hulp, het vmbo te zwaar is. Deze vorm van onderwijs bestaat uit aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden. Om voor praktijkonderwijs in aanmerking te komen heeft een leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het Samenwerkingsverband. Deze wordt aangevraagd door de school. Meer informatie
Om ervoor te kunnen zorgen dat er voor iedere leerling een passende onderwijsplek is, werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Deze samenwerkingsverbanden krijgen geld van de Rijksoverheid om te zorgen voor extra ondersteuning. Dat geld verdelen ze over de scholen en andere voorzieningen. Kijk voor meer informatie over samenwerkingsverbanden in het algemeen op www.rijksoverheid.nl.
Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel (SOP). Daarin wordt vastgelegd welke ondersteuning de school biedt en hoe deze georganiseerd is. Er staat ook in welke extra ondersteuning de school kan bieden, bovenop de basisondersteuning. Een school kan bijvoorbeeld gespecialiseerd zijn in het werken met hoogbegaafde leerlingen, of extra expertise hebben op het gebied van op autisme lijkende problemen. De schoolondersteuningsprofielen van de scholen binnen ons samenwerkingsverband vind u hier.
Leerlingen die om welke reden dan ook langdurig niet naar school gaan, noemen we thuiszitters. Het Samenwerkingsverband doet er alles aan om te voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten. Heeft u moeite met het vinden van de juiste school voor uw kind, neemt u dan contact op met het SWV. Dan kunnen we samen met u naar een oplossing zoeken.
Meer informatie voor de zorgcoördinator van de school vind u hier.
Om naar een school voor cluster 3 of 4 van het voortgezet speciaal onderwijs of naar het praktijkonderwijs te kunnen, hebben leerlingen een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. De huidige school of de ouder vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan bij het SWV. Vervolgens beoordeelt de Bestuurlijke Advies Commissie de aanvraag, op basis van inhoudelijke toetsing. Als blijkt dat de leerling in aanmerking komt voor het voortgezet speciaal onderwijs wordt een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Meer informatie
Sommige leerlingen hebben meer ondersteuning nodig dan het reguliere onderwijs kan bieden. Voor deze leerlingen bestaan er scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Het voortgezet speciaal onderwijs is onderverdeeld in vier clusters: cluster 1 is voor blinde en slechtziende leerlingen, cluster 2 voor leerlingen met gehoor-, taal- en/of spraakproblemen, cluster 3 voor gehandicapte en langdurig zieke leerlingen, en cluster 4 voor leerlingen met ernstige psychische stoornissen en ernstige gedragsproblemen. Cluster 3 en 4 zijn onderdeel van het Samenwerkingsverband. Om naar een school uit een van deze clusters te kunnen, heeft een leerling een toelaatbaarheidsverklaring nodig.
De toelaatbaarheidscriteria voor het VSO kunt u hier downloaden