Voor ouders

Basisschool

De procedure start als het kind de leeftijd van 3 jaar en 7 maanden bereikt en de aanmelding is ontvangen. School heeft dan het intakegesprek met de ouders en gaat na of het kind extra ondersteuning nodig heeft. Naast de informatie van de ouders zijn er gegevens beschikbaar van de peuterspeelzaal of crèche en evt. van het consultatiebureau. De school laat binnen 6 weken weten of zij de leerling passend onderwijs kan bieden. 

Als de school het kind niet of niet voldoende kan ondersteunen, zoekt de school binnen diezelfde 6 weken in overleg met de ouders - en eventueel de coördinator passend onderwijs - een passender plek. De school mag de termijn 1 keer met 4 weken verlengen. Als er na 10 weken nog geen besluit is genomen over de inschrijving van het kind, dan heeft het kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school van aanmelding. 

Het feit dat voorschoolse voorzieningen vaak in of nabij basisscholen worden gehuisvest maakt de warme overdracht gemakkelijker. Zeker voor leerlingen die op extra ondersteuning nodig hadden/hebben, is een warme overdracht naar de basisschool erg belangrijk. De nieuwe leerkracht weet dan wat voor het kind werkt en wat niet. Voor de basisschool is het belangrijk om te weten welke ondersteuning de leerling nodig had op de voorschool. Ouders moeten toestemming geven om de informatie van de voorschool te delen. Om uw kind een goede start te laten maken op de basisschool is het belangrijk dat ouders die toestemming geven. 

Een toelaatbaarheidsverklaring voor het S(B)O wordt afgegeven voor een vooraf bepaalde termijn. Uiteraard wordt de voortgang van de leerling zorgvuldig gestuurd en geëvalueerd (dit wordt beschreven in het OPP). Als de gestelde doelen van de plaatsing van de leerling binnen de S(B)O onderwijssetting zijn gerealiseerd, komt terugplaatsing in beeld.

De S(B)O school neemt hiervoor het initiatief en overlegt met ouders, basisschool en evt. andere betrokkenen gericht op onderzoeken van de matching tussen de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling en dat wat de (moeder)school kan bieden.

In Zoetermeer zijn afspraken gemaakt over de wisseling van basisschool door leerlingen, gericht op een zo soepel mogelijke overgang. 

Aanmelden bij een andere school gebeurt altijd door ouders. De nieuwe school moet bepalen of zij een passende onderwijsplek kunnen bieden voor de leerling. Om deze reden gaat de nieuwe school altijd in overleg met de huidige school. Zij vragen het onderwijskundig rapport en eventueel aanvullende informatie op. Deze informatie en een mondelinge toelichting door de stamschool en ouders geven de nieuwe school de informatie die nodig is om te beslissen of zij een passende onderwijsplek kunnen bieden. Binnen 6 weken na de ontvangst van het dossier is duidelijk of de leerling wel of niet wordt ingeschreven op de nieuwe school. Meer informatie over de afspraken binnen Zoetermeer over de overgang vindt u hier. Indien uw kind extra ondersteuningsbehoeften heeft, vindt u hieronder bij het kopje 'Zorgplicht' meer informatie over de zorgplicht van scholen. 

Het is mogelijk om het samenwerkingsverband Zoetermeer te vragen om mee te denken en/of te ondersteunen in het overstaptraject.

Indien er sprake is van een overstap naar een vorm van speciaal (basis)onderwijs, praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs is betrokkenheid van het samenwerkingsverband noodzakelijk omdat een TLV (toelaatbaarheidsverklaring) moet worden afgegeven door het samenwerkingsverband.

Wanneer er voor een basisschoolleerling extra ondersteuning nodig is wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Hierin wordt beschreven welke extra ondersteuning ingezet is, wat het doel was en wat het effect ervan is. Wanneer een plaats op het speciaals (basis)onderwijs nodig is, dan wordt er ook een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld als onderdeel van de aanvraag van de toelaatbaarheidsverklaring (TLV).

Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor:

  • Leerlingen voor wie een extra hulp op school wordt ingezet

  • leerlingen die gebruik maken van een bovenschoolse voorziening

  • basisschoolleerlingen die zijn aangewezen op het speciaal basisonderwijs (SBO)

  • basisschoolleerlingen die zijn aangewezen op het speciaal onderwijs (SO)

Sommige leerlingen hebben extra ondersteuning nodig. Zij hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om nieuwe dingen te leren, of ze hebben hierbij extra hulpmiddelen nodig. Dit wordt in eerste instantie door de school zelf gedaan, door bijvoorbeeld het inzetten van een remedial teacher. Soms is er nog iets extra`s nodig. De school kan dan in overleg met ouders een ambulant begeleider van het samenwerkingsverband mee laten kijken en eventueel extra ondersteuning van buiten de school inzetten.

Bij de keuze van ouders voor een basisschool wordt uitgegaan van een ononderbroken ontwikkelingsproces van een kind. Dat betekent dat de keuze in principe éénmalig is.
Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij het noodzakelijk is om gedurende de basisschoolperiode van school te veranderen. Binnen het SWV Zoetermeer is er een procedure BaO BaO opgesteld. Deze vindt u hier.

Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op school geldt de zorgplicht. De leerling krijgt ondersteuning op school, of de school zoekt een passende andere plek. Scholen zijn verplicht ervoor te zorgen dat iedere leerling op een passende plek terecht komt.

De Zorgplicht Notitie vindt u hier.

Verdere informatie over zorgplicht vindt u via onderstaande websites:

Zorgplicht Ouders en Onderwijs

Zorgplicht Rijksoverheid

Dyslectische leerlingen blijken teksten slechter te begrijpen dan niet dyslectische leerlingen. Zij hebben door hun leesprobleem een laag leestempo en het kortetermijngeheugen heeft een beperkte capaciteit. Doordat veel energie gaat zitten in de technische aspecten van het lezen, is het begrijpen moeilijk. Hierdoor zal een tekst meerdere malen gelezen moeten worden. Dat kost tijd, en die is er vaak niet. Dyslexie hoort tot de basisondersteuning van de school. Het SWV Zoetermeer faciliteert de ondersteuning van leerlingen met dyslexie voor alle scholen door het aanbieden van trainingen.

Kinderen mogen in Nederland naar de basisschool als ze 4 jaar oud zijn. Als kinderen 5 jaar worden, moeten ze naar school. Dan zijn ze leerplichtig. Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs. De meeste kinderen kunnen de lessen op school goed volgen. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Soms is extra hulp nodig of moet een kind extra oefenen. Of heeft een kind andere uitleg of lesstof nodig. En soms onderwijs op een andere, speciale school.

Klik hier voor extra uitleg.